Als men op zoek gaat naar een zinnebeeld van wat Fenicië
van nu af zou zijn dan kan men wel geen beter vinden dan de door koning Hiram
gestichte eilandstad. Zij belichaamt een tendens om de wijk naar de zee te
nemen, het land zo min mogelijk te vertrouwen, een neiging waar later
eigenlijk alleen de Venetianen nog aan hebben toegegeven.
Tyrus is zeker niet de enige Fenicische stadstaat
gebleven, die zich dicht tegen de zee aanvlijde, ze had slechts op vele
andere de gunstige ligging voor: de twee rotsplaten voor de kust, waar men zo
handig gebruik van wist te maken.
See for
more information and in the English language:
Arwad was ook een eiland 50 km naar het noorden. Sidon
moest het doen met een lage uitloper aan de kust. Tripolis en Berytos lagen
op de uiteindes van schiereilanden. Het waren allemaal kustgebieden, waar een
kolonist normaal gesproken zich niet zou vestigen. In een van de kleinere
Fenicische havens, het ten noorden van Akko gelegen Akzib, komt deze tendens
wel bijzonder duidelijk tot uiting. Daar grijpen vlakke steenterrassen tot
ver in de zee. Nu eens worden ze door de golven overspoeld, dan weer bij eb
drooggelegd, waarbij kolken en muien ontstaan. Als aanlegplaats voor schepen
is het totaal ongeschikt. De Feniciërs hakten echter uit de rots een bekken
en verhoogden de randen, waardoor er toch een piepkleine haven ontstond.
Vlakbij ligt er een kleine heuvel, waarop een fort verrees en daarachter weer
moerassen als een verdere verdediging. Zo ontstond er toch een min of meer
veilige haven.
|
If one is looking for a symbol
of what
Arwad was also an island 50 kilometers to the north. |
dinsdag 12 november 2013
Tyrus44
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten